2 Juni 2021 – Mestia, Georgia

Water bij de wijn

En nu opgedonderd!

Het dondert en bliksemt in de bergen terwijl ik mijn spullen inpak. De doffe echo’s van de donderklappen weerklinken door de vallei waarin Mestia ligt, een geluid heel anders als de meer schelle klappen die ik gewend ben in het vlakke Nederland.

Terwijl het buiten mijn raam de spreekwoordelijke pijpenstelen naar beneden komen giet ik enkele plastic flessen met verschillende soorten wijn in de wasbak. Jammer, het waren goeie “vino’s”. Bovendien waren het cadeautjes, van mijn Georgische gastheren, ontvangen na een compliment over de smaak van de wijn of hun gastvrijheid. Ze vullen bij het afscheid dan graag een lege cola- of Borjomi flesje met hun huiswijn ‘voor onderweg’. Het is echter nog een opgave om dit op te drinken, want onderweg kom je weer nieuwe figuren tegen die je graag bij de eerste ontmoeting al een Vodka, Chacha of wijntje aanbieden.

Ik ga zo vliegen en daarom moet het het toch weggooien. En nee, niet waarom je denkt. Ik verwacht niet dat het meebrengen van een paar liter aan vloeistoffen in de cabine het probleem zal zijn. Ik neem een lokale vlucht met een klein propellervliegtuigje en daarbij zijn ze meestal veel relaxder qua wat wel en niet mag en ze zullen me een drankje tijdens de vlucht ongetwijfeld niet misgunnen. Ik maak me meer zorgen om de bagagelimiet van 15 kg.

En ja, dat is 15 kg is inclusief handbagage. Je weet wel, dat mythische ding waarvan veel Nederlanders vinden dat 1 rolkoffer, 1 plastic tas en een flinke handtas ook 1 stuks is. Dat je van die dames met zo’n joekel ziet meerollen waarvan je denkt dat ze het gevaarte nooit en te nimmer in hun frêle handjes kunnen vasthouden. Is het echt noodzakelijk om je beauty case en drie sets vervangende kleding mee te nemen in het vliegtuig? Of is het gewoon omdat je als Nederlander in je grote hutkoffer nog niet voldoende potjes pindakaas hebt meegenomen als je een weekje weggaat?

Maar goed, voordat ik de bijzondere gewoontes van mijn lieve medereizigers te veel ga zitten afkraken, terug naar mijn eigen verhaal: door wat water bij de wijn te doen denk ik net tegen de 16kg aan te zitten met al mijn bagage: lijkt me een acceptabel risico. Het achterlaten van mijn water doe ik ook niet graag. Mijn vuistregel tijdens reizen is: altijd water bij je hebben, je weet nooit wanneer je dat water ineens hard nodig gaat hebben. Nou ja, dat laat ik voor deze vlucht maar los dan, de geschatte vliegtijd is ook maar 50 minuten, dus dat zou prima te doen moeten zijn.

Toen wist ik nog niet wat voor een dag het zou gaan worden….

Mijn laatste ontbijt

Ik sluit mijn hotelkamer af, doe de sleutel in mijn jaszak en loop snel door de stortregen naar overkant van de straat en naar de eetzaal van het hotel. De glanzend donkerbruine tafels van de zaal staren mij leeg aan vanuit de duisternis: de zaal is leeg. Ik loop door naar de keuken waar ik door het raampje Thea in de weer zie: volgens mij is ze net wakker, de keuken ziet er nog ongebruikt uit. Ze schrikt bijna als ze me ziet en begint zich gelijk te verontschuldigen. Ik gebaar haar om rustig aan te doen, ik ben ruim op tijd en het vliegveld ligt slechts 3 kilometer buiten Mestia: dat kan ik nog lopen als het zou moeten.

Ik neem plaats aan mijn inmiddels vaste plek aan het hoofd van de grote tafel en wacht geduldig af op de gestage vermenigvuldiging van de verschillende bordjes en voorwerpen voor mij terwijl Thea af en aan loopt: een bordje met twee plakjes boter, een bordje met drie hardgekookte eieren, een kannetje met jam, een bord met twee broodjes een grote theepot met kruidenthee, een bordje met 6 plakken kaas, een bord met een pannenkoek en net voordat ik begin komt Thea nog snel aan met een bord met een vers omelet.
Als ik ter afsluiting aan de pannenkoek begin vraag ik Thea om shakari (suiker) en leg uit dat in Nederland prima toegestaan is om suiker op je pannenkoek te doen ipv jam. Ze lacht, vult een goudgerand potje voor me met suiker en terwijl ik de eerste pannenkoek nog niet eens voor de helft op heb komt ze al een tweede pannenkoek brengen. Pfff…. Ik heb al moeite om de eerste op te krijgen na al die eieren. Een ding is zeker: in Georgie laten ze je niet snel verhongeren!

De eetzaal blijft verder leeg, net zoals mijn eerste dag ben ik de enige gast in het hotel. Het is niet alleen voorseizoen hier maar ook nog steeds Corona-periode, dus de hoeveelheid gasten in Mestia is op een paar handen te tellen. Dat terwijl de hoeveelheid normaal in de duizenden loopt: zo’n beetje elk twee huis hier heeft een bordje met ‘guesthouse’ hangen. Overal worden wel nog steeds nieuwe huizen en hotels gebouwd: het toerisme is hier afgelopen 10 jaar explosief gestegen.

Na mijn ontbijt vraag Ik Thea vriendelijk of ze een ‘car to airport’ kan regelen en ze beloofd dat ze Davit gaat proberen te vinden. Ze belt even en bevestigt met dat haar man mijn straks will brengen. Ik ga op de bank zitten om te wachten terwijl Thea de TV aanzet. Hij staat amper aan of hij valt weer uit, net als alle lichten en overige elektriciteit in het dorp.

Met de duisternis van het onweer buiten voelt het bijna aan als nacht en Thea haalt snel een acculamp ergens vandaan. Ik maak me niet zoveel zorgen, elektriciteit is al paar keer eerder uitgevallen, meestal is het binnen een half uur weer in orde. Ik vraag Thea of we ik wel alvast kan betalen en in het spaarzame ligt van de acculamp pakt Thea haar mobiel en begint een minuut lang ijverig te rekenen. ‘Two-hundred’ zegt ze uiteindelijk en ik schudt mijn hoofd en moet haar helaas teleurstellen. Wat ze zegt klopt niet, het was namelijk 50 per nacht plus 10 voor het ontbijt. Met vier nachten is dat echt 240 Lari en niet 200. Ze rekent nog wat na op haar mobiel, maar gaat op een gegeven moment akkoord met mijn berekening en rent weg om mijn drie briefjes van 100 GEL te wisselen.

Het is niet makkelijk om in Georgie voldoende te betalen voor je eten. In mijn hostel in Khageti weigerden ze ronduit om me te laten betalen voor mijn ontbijtjes en een uitgebreid diner, want, zo was hun redenatie, zij hadden mij uitgenodigd om meet te eten. En ondanks dat ze mij nog verteld hadden dat he hostel in het begin niet zo goed ging omdat ze het lastig vonden om gasten geld te vragen voor wat ze zagen als gastvrijheid: dat zit duidelijk nog niet in iedereen zijn natuur hier.

Nu is mijn ervaring de grens tussen betalende gast en niet-betalende gast hier ook snel in elkaar overgaat. Ik vind dat niet erg, ik hou wel van een beetje spelen met rollen en verwachtingen. Daarnaast, als echte ‘gast’ is het allemaal net wat persoonlijker. Ik eet graag met de familie mee en meng me in de tafelgesprekken tussen de verschillende generatie en drink graag met de gastheren en vrouwen van achter de andere kant van de bar een huiswijntje mee terwijl zij overige gasten bedienen die beter in hun toeristische rol zitten. Voel me graag ‘part of the family’.

Clear Skies of Plan B?

De elektriciteit laat nog even op zich wachten, maar Davit is inmiddels gearriveerd. Hij vraagt zich af of er met dit weer wel gevlogen wordt, en ben het met hem eens. De buienradar laat wel zien dat de bui nogal lokaal is, maar ja, hoe lang blijft die hangen? Davit grapt dat hij met een telefoontje naar God wel even voor ‘clear skies’ zal zorgen en belt de airport. Ik hou wel van dit soort humor, kan gelukkig ondanks de taalbarriere zelf ook nog best wegkomen met wat sarcastische humor.

Even later zitten we in de auto op weg naar het vliegveld om ter plaatse even na te vragen. Maar de ongemondkapte dame die zo ver weggedoken achter haar airport desk dat ik haar eerst niet zag, die bevestigd wat we vermoedden: geen vluchten vandaag. Of ik morgen wil vliegen. De weerberichten voor komende dagen laten echter hoop bliksemschichten en regeldruppels met 100% ernaast zien, dus ik besluit mijn ticket maar te annuleren, over twee dagen moet ik immers al weer terug naar huis vliegen. Dan maar met de Mashrutka.

Mashrutka is de naam die ze hier geven aan de minibussen die als primair openbaar vervoer dienstdoen. De meesten zijn afgedankte busjes uit andere landen, in het bijzonder uit Nederland en Duitsland. Je ziet er een hoop waar ze de bedrijfsnamen en logo’s nog op staan. Daar passen dan met wat moeite een man of 12 in en ze rijden overal in het land heen. De juiste vinden tussen de honderden busjes op sommige plekken kan nog wel eens uitdagend zijn.

Davit stopt in het centrum en we stappen uit, ik koop alvast een kaartje voor de eerstvolgende busrit naar Zugdidi. Dat wordt wel ff omrijden, want in plaats van over de bergen heen moet ik er nu omheen. Daarmee wordt een reis van 50 minuten ineens een reis van 11 uur, maar ja, weinig keus.

Ik wacht nog even in het hotel tot de vertrektijd gekomen is en aldaar huppelt de oudste dochter van de familie, een jaar of 6, even langs met een vriendelijk ‘hello’, waar op ik natuurlijk gepast met ‘gaumarjobat’ antwoord. Zo groeten ze hier elkaar immers. Alhoewel, proost is ‘gaumardjoz’ en mij werd verteld dat dit van dezelfde stam komt die ‘overwinning’ betekent. Dus, je zegt iemand niet gewoon gedag, maar je wenst ze gelijk de overwinning toe. Het is duidelijk dat dit land een hoop invasies doorstaan heeft in haar geschiedenis.

Daarbij moet ik ook nog kort het Texelse verhaal vertellen. Want, en dit is me meerdere keren overkomen, nadat ik iemand verteld heb dat ik uit Holland kwam. Ze willen dan met trots me graag nog even herinneren aan de Georgische heldendaden op Texel. Tijdens de tweede wereldoorlog is op Texel namelijk een Georgisch regiment in opstand gekomen tegen de Duitsers (link hier) en deze daad was blijkbaar een tot de verbeelding sprekend onderdeel van het geschiedeniscurriculum hier.

De oudste dochter kent mij nog het balletjeovergooien op de eerste avond dat ik hier kwam. Ik had daar ingegrepen bij een voetbalincident tussen de twee zoons, die kregen namelijk een beetje ruzie en door even als doelman op te treden had ik ze weer vrolijk aan het voetballen gekregen. Toen kwam dit meisje met haar bal naar me toe om ook nog ff te spelen. Haar jongere nichtje was hier wat minder blij met mij, die keek me gisteravond nog boos aan van onder de rokken van haar moeder. Ik vermoed dat ze me kwalijk nam dat een van de jongens met een wild schot haar een bal tegen haar hoofd schoot terwijl ik in de buurt stond: blijkbaar had ik alle verantwoordelijkheid over wat er bij het voetbal gebeurde voor me genomen.

Maar het meisje wat me wel aardig vindt komt even later terug met haar jongere zusje een bord met een pannenkoek (waarschijnlijk diegene die ik niet opgegeten had) en een grote pot Nutella. Die gaan ze voor mijn neus ook uitgebreid zitten besmeuren, en herinner me ook dat de dame in kwestie op de eerste avond ook als een nutellasnor droeg. Ik blijf in ieder geval ver weg van de Nutella, volgens sommige collega’s heb ik al veel te vaak tijdens lunch zelf een halve of hele een nutellasnor.

Ondertussen worstel ik met de stomme Georgische Railway App. Na de Mashrutka rit van 3 uur moet er ook nog een treinreis van een uur of 8 volgen om bij mijn bestemming te komen. En alle treinen houden ruim voor 23:00 (de avondklok) op met rijden, dus heb waarschijnlijk geen tijd om rustig alles ter plekke te regelen. De idiote app laat me niet inloggen op mijn account, hoeveel variaties van mijn (unieke) wachtwoord ik ook probeer. Ook de wachtwoord vergeten optie stuurt mij na drie keer proberen en afwachten ook echt geen herstelmail. Nou ja, dan maar nieuwe account aanmaken. Treinkaartje tweede klas is overigens maar 4 euro voor deze reis: gelukkig geen Nederlandse (of Japanse) bedragen hier!

Treinstress

Door de nog steeds stromende regen beweeg ik me naar de Mashrutka. Ik heb gerekend en als alles meezit moet ik de trein net kunnen halen. De verwachte reistijd is tussen de 2,5 en 3 uur naar het station, de trein vertrekt om 15:10 en de Mashrutka om 12:00. Eigenlijk ga ik er van uit dat ze dit netjes op elkaar aansluiten: op de heenweg stond de Mashrutka ook te wachten om de reizigers uit de trein op te vangen. Ik zie al snel dat het een middelbaremannenbusje wordt: we zijn allemaal kalende rakkers tussen de 35 en 55.

De grijsharige stoppelbaardige chauffeur scheurt op klassieke wijze (voor mijn meeste reizen althans) met een doodsverachtende noodvaart door de mistige haarspeldbochten de regenachtige bergen af. Bij gebrek aan enig zicht naar buiten door de wolken- en regensoep doe ik maar wat iedere verstandig Georgier doet in zo’n situatie: een beetje knikkebollend bijslapen in de schuddende bus. Maar de echte Georgier bereid zich voor op zo’n rit zij met een flinke dosis alcohol-houdende drank. Gelukkig ben ik een natuurtalent en doe ik als vanzelf een dutje.

Langzaam aan trekt het weer bij als we lager komen en kijk maar eens op mijn Google maps om in te schatten of we het wel gaan redden: nog 30 minuten te gaan voordat de bestemming bereikt is zegt ie, terwijl ik nog 40 minuten op de klok ziet voordat de trein vertrekt. Beetje aan de krappe kant, maar moet goed komen: ben over het algemeen niet bang om aan de late kant ergens aan te komen.

Terwijl ik dat denk en we de bergen eindelijk verlaten en op de rechten wegen terecht komen begint die chauffeur die eerst als een idioot door de bergen scheurde ineens zo’n beetje stapvoets te rijden zeg. Kleine heuveltjes gaan zelfs zo langzaam dat de motor stottert en dreigt uit te vallen. Wat is er aan de hand? De chauffeur zelf ziet er ontspannen uit, geen motorpech dus. Maar wat dan?

Wat het de politiecontrolepost die we net gepasseerd hebben? Die lieten ons toch netjes door, en dat terwijl de hele bemensing van de Mashrutka, inclusief chauffeur een bijrijder, echt geen mondkapjes op hadden. Dit is echt wel een verschil tussen het platteland en de stad: in de grote stad houden ze er zich redelijk netjes aan maar op het platteland doen niet veel mensen aan de publieke mondkapjesplicht mee.
Waar iedereen zich wel streng aan houdt is geen alchohol in het verkeer. Zelfs als iemand je een drankje aanbiedt, en de etiquette vereist dat ze ook meedrinken, dan excuseren ze zich als ze moeten rijden. Er is ook een zero tolerance policy met betrekking tot alcohol in het verkeer hier: wordt je gesnapt krijg je een boete van 25 euro en ben je 1 jaar je rijbewijs kwijt. Daarna verdubbelt de boete iedere keer. Althans, dat is me gisteravond verteld door de twee Georgisch heren die me bij hen aan tafel uitnodigden.

Ze hebben respect voor de politie: zij is niet echt om te kopen en doet haar werk serieus. Dit is voornamelijk aan de vorige president, Sakashvilli, te danken vertellen ze. Echter, hij was ook wel weer heel erg streng, ook als je een blowtje deed vloog je gelijk de gevangenis in. De huidige president heeft de manier waarop de politie optrad gelukkig iets versoepeld.

Maar goed, het schiet niet op met ons busje. Ik zie ook borden langs de weg met 50 en dan ook 40. Overal zijn loslopende koeien op de weg, als je geen haast hebt charmant, maar nu vooral hinderlijk. En bij elk heuveltje gaan we echt weer stapvoets. Als ik even later kijk moeten we nog 20 minuten terwijl de trein in precies 20 minuten vertrekt. Op zo’n moment beginnen alle kleine dingen te ergeren.

Busje stopt om iemand uit te laten stappen, ok, goed. Maar dan loopt ie nog even terug om nog iets tegen zijn makker te zeggen, terwijl ze de hele rit zwijgend naast elkaar zaten. Had dat dan ff eerder gezegd! En deze extra opmerking zorgt er natuurlijk voor dat we net weer voor een rood stoplicht staan. En ja, dan gaat ook een of andere idioot ineens lopend dwars de straat over waardoor we ineens moeten stoppen, en het volgende stoplicht missen. 9 minuten tot het station: 9 minuten tot de trein vertrekt.

Met nog 5 minuten op de klok (en nog 5 minuten tot het station) wijkt het busje ineens en en stopt aan de kant van de weg. De chauffeur roept wat en iedereen begint uit te stappen, inclusief chauffeur. Iedereen pakt zijn spullen en ik stap ook uit. De chauffeur begint mijn rugzak uit het busje te halen en ik zeg met enige paniek in de stem: ‘train station!’. De chauffeur ogen worden even glazig, maar dan lijkt hij zich toch te herinneren dat de eindhalte toch echt het station is. Hij knikt we stappen redelijk gezwind weer in.
Twee straten en bochten later is het station in zicht. Dan nog even een parkeerplek vinden. Natuurlijk is dat het moment dat een ander busje nog even gaat proberen een plekje te vinden. Vooruit, achteruit, vooruit, achteruit, vooruit, achteruit. Ja, inparkeren is ook een vak. De seconden tellen ondertussen weg, 15:09 terwijl de trein om 15:10 gaat en ik nog wacht op iemand met een inparkeerhandicap,

We staan stil! Ik spring naar buiten, ruk de achterdeur open en zwaai nog wat naar de chauffeur die ik niet zie. In mijn fleece, winterjas met een grote rugzak over mijn rechterschouder en mijn backpack in mijn linkerhand (ja, dat kan als je ook echt handbagage hebt en niet zo’n rolkoffer) sprint ik bij 25 graden en brandende zon de trappen van het station op en de stationshal door. Ik kom op het perron en er zijn maar twee sporen, maar mijn trein staat natuurlijk aan de overkant en de oversteekplaats is nog een honderd meter richting de kop van de trein.

Ik trek een sprintje, maar zie aan de overkant de deuren al sluiten. Gelukkig is er wat spoorwegpersoneel dat mij opmerkt en ze gebaren naar voren. De trein begint enigszins te rijden maar komt dan toch weer tot stilstand terwijl de deuren weer open gaan. Een oud baasje van in de 60 in net conducteuruniform spreekt mij aan en laat mij een lijstje met namen zien: ik moet immers wel in het juiste treinstel plaatsnemen. Gelukkig zie ik mijn naam snel, en is de voorste treinstel ook nog het juiste. Eenmaal binnen controleert de conducteur mijn paspoort en daarna schudt hij me zelfs de hand om me te feliciteren met deze prestatie terwijl de rest van de trein een beetje verbaast kijkt naar deze zwetende toerist in winteroutfit terwijl zij lekker in hun t-shirtjes zitten. Tsja, tijd om nog even mijn kleding weg te bergen was er echt niet.

Zo begint mijn 8 uur durende rit naar Tbilisi, alleen een groot probleem bleef over: ik heb in tegenspraak met mijn standaard beleid geen fles water (of eten) bij me en dan is vanaf het ontbijt tot 21:30 wel een heel lange zit zonder iets. Maar goed, gelukkig ben ik redelijk honger en dorst resistent, dus zal wel goed komen. Heb in ieder geval even de tijd om een blog te schrijven, want op normale vakantiedagen ben ik meestal te veel druk met ervaren om daar aan toe te komen 🙂

The End

Nothing to see here, please continue.

Related stories

?>